BRMO

BRMO - resistente bacteriën groeiend probleem voor zorginstellingen

Steeds vaker hoor je over bacteriën die resistent zijn tegen antibiotica. Deze worden ook wel BRMO-bacteriën genoemd. Niet voor niets heeft het onderwerp veel aandacht binnen zorginstellingen en organisaties. Dacht men in het begin van de jaren 80 van de vorige eeuw dat alle infectieziekten zo goed als uitgebannen waren door het gebruik van antibiotica, nu luidt de World Health Organization de alarmklok als het gaat om antibioticaresistentie. Maar wat is antibioticaresistentie en waardoor wordt het veroorzaakt? Waarom is het een probleem? En wat betekent het voor jou in je werk?

Wat is BRMO

De verzamelnaam voor deze resistente bacteriën is BRMO: Bijzonder Resistente Micro-Organismen. Ofwel antibiotica resistente bacteriën. De vier BRMO bacteriën die in Nederland het meeste voorkomen zijn: MRSA, ESBL, VRE, en CPE. Hiervan is MRSA de bekendste.

Niet iedereen wordt ziek van een BRMO bacterie. Je kunt ook drager zijn. Als je drager bent kun je wel anderen besmetten. Of je ziek wordt, hangt onder andere af van de hoeveelheid ziekteverwekkers waarmee iemand besmet is geraakt. Hoe meer en agressiever de ziekteverwekker hoe groter de kans om ziek te worden.

Daarnaast heeft het functioneren van het afweersysteem invloed op of iemand wel of niet ziek wordt. Na een besmetting kun je de resistente brmo bacterie ook weer vanzelf kwijtraken. Voorwaarde is dat er niet steeds direct contact is met de bron en er geen factoren zijn die kans op dragerschap vergroten (zoals het geval is bij MRSA bij wonden en chronische huidaandoeningen).

Hoe komt het dat bacteriën resistent worden?

Als er antibiotica gebruikt wordt in een omgeving waar slechts enkele bacteriën resistent zijn, worden alleen niet-resistente bacteriën gedood of ze kunnen zich in ieder geval niet meer vermenigvuldigen door de antibiotica. De resistente bacteriën blijven over en kunnen zich vermenigvuldigen doordat ze minder concurrentie van bijvoorbeeld voedingsstoffen hebben.

Ook kunnen bacteriën resistentiegenen verkrijgen. Resistentiegenen kunnen worden overgedragen naar antibioticumgevoelige bacteriën op plaatsen waar gevoelige en resistente bacteriën naast elkaar voorkomen. Zo kunnen resistentiegenen van bacteriën die meestal geen infecties bij mensen veroorzaken, overgedragen worden op bacteriën die wel infecties veroorzaken.

Wat is antibioticaresistentie

Overal om ons heen zijn bacteriën en iedereen draagt ze bij zich. Van sommige bacteriën kun je ziek worden. Als je een infectie hebt die veroorzaakt is door bacteriën, krijg je soms antibiotica om je weer beter te maken. Een belangrijk nadeel van antibiotica is dat bacteriën er ongevoelig voor kunnen worden (resistent). En dan werken de antibiotica niet meer. We noemen dat antibioticaresistentie.

Krijg grip op infecties!
Ga direct aan de slag met de gratis toolbox.

Creëer je persoonlijke Toolbox

Waarom vormen BRMO bacteriën een probleem?

In Nederland doen we het redelijk goed als het gaat om antibioticagebruik. Toch is het belangrijk om hier aandacht voor te blijven hebben want ziekteverwekkers houden zich niet aan nationale grenzen.

In januari 2018 onthulde de WHO (wereldgezondheidsorganisatie) de eerste resultaten van het onderzoek over antibioticaresistentie. Deze resultaten tonen hoge niveaus van resistentie tegen een aantal ernstige bacteriële infecties. Dit geldt voor zowel landen met hoge als met lage inkomens.
Sommige van ‘s werelds meest voorkomende – en potentieel meest gevaarlijke – infecties veroorzaakt door bacteriën blijken resistent te zijn tegen geneesmiddelen. Zo heeft 20% van de mensen met een urineweginfectie een infectie waarvan de bacteriën resistent zijn voor 7 van de 8 antibiotica. Een op het oog onschuldige infectie kan leiden tot heel veel problemen.

Cliënten lopen meer risico op BRMO

Omdat cliënten vaak relatief dicht op elkaar wonen en vaak een verminderde weerstand hebben, gebruiken ze ook veelal dezelfde ruimtes en materialen. Daarnaast hebben zij soms een slechtere persoonlijke hygiëne waardoor zij meer risico’s lopen om ziek te worden. Ook speelt leeftijd een rol: naarmate men ouder wordt functioneert het immuunsysteem minder.

De harde leerschool van een MRSA-uitbraak

Stichting Zorggroep Noordwest Veluwe (ZNWV) had in 2012 te kampen met een massale MRSA-uitbraak. Die had verstrekkende – en jarenlange – gevolgen voor de bewoners, de medewerkers en de organisatie. Lees hier het hele verhaal.

Gevolgen BRMO

Gevolgen BRMO voor cliënten

Cliënten met een infectie door een resistente bacterie zijn langer ziek, hebben langer verpleging nodig en hebben een hoger risico op sterfte. Daarnaast ervaren cliënten zich gebrandmerkt indien zij brmo positief zijn, doordat hele procedures en brmo protocollen worden gestart als er een besmetting geconstateerd is. Cliënten die brmo positief zijn, worden geïsoleerd verpleegd en personeel draagt beschermende kleding. Soms krijgen ze ook nog een sticker op de deur, zodat iedereen weet dat het gaat om een isolatiegeval. Dit terwijl ze zelf niet altijd ziek zijn.

Gevolgen BRMO voor personeel

BRMO’s hebben ook gevolgen voor het personeel. Verzorgend personeel dat besmet is met een BRMO mag geen zorghandelingen uitvoeren of op een afdeling komen waar cliënten verblijven. Dit kan tussen een aantal maanden tot soms jaren duren en verschilt per situatie. Het heeft niet alleen gevolgen voor de werkgelegenheid, maar ook voor het eigen gezin en directe omgeving. Familieleden en vrienden kunnen ook besmet worden. Dit komt pas echt dichtbij als de verzorgende in de thuissituatie ook nog mantelzorger is.