Het juiste hygiënepapier voor jouw organisatie?

Hoe kies je het juiste hygiënepapier voor jouw organisatie?

In zorginstellingen wordt er veel gebruik gemaakt van verschillende soorten hygiënepapier. Er zijn grofweg vier soorten: vouwhanddoeken, handdoekrollen, poetsrollen en toiletpapier. Wat zijn de verschillen en hoe kun je de juiste keuze maken?

Vraag 1: Wat is het doel van het papier?

Het juiste hygiënepapier vind je door te kijken naar het doel. Waar wil je het hygiënepapier voor gebruiken?

Handen drogen: Vouwhanddoeken en handdoekrollen

Als je hygiënepapier zoekt om de handen te drogen, zijn er twee goede opties: vouwhanddoeken en handdoekrollen.

Vouwhanddoeken: Aan vouwhanddoeken wordt een stof, natvastmiddel toegevoegd. Dit wordt toegevoegd om te voorkomen dat het papier direct oplost na contact met vocht. Deze handdoeken lossen hierdoor minder goed op in water. Let er daarom op dat deze vouwhanddoeken niet in de WC belanden om mogelijke toiletverstoppingen te voorkomen.

Vouwhanddoeken zijn er in verschillende afmetingen, lagen en vouwwijzen. Het is belangrijk dat je de diepte van een vouwhanddoek weet en afstemt op de diepte van de dispenser. Als dit goed op elkaar aansluit, kan het hygiënepapier soepel uit de dispenser worden getrokken. Dit zorgt voor een optimaal gebruiksgemak en voorkomt irritatie. De diepte van een vouwhanddoek kan je afleiden uit de term die word gebruikt. De drie verschillende termen vindt je hieronder.

Multifold – 10,5 – 11,5 cm diep
Nonstop – 7,5 – 8,5cm diep
Interfold – 9 – 10 cm diep
C-vouw – 8,5 – 9,5 cm diep*

De C-vouw is eigenlijk geen term, maar een vouwtechniek. Hij heeft wel een bepaalde diepte en staat daarom in bovenstaand rijtje. In tegenstelling tot de C-vouw, worden bij multifold, nonstop en interfold vouwhanddoeken wel verschillende vouwtechnieken gebruikt. Eigenlijk zegt de term alleen iets over de diepte van een vouwhanddoek. Abena werkt voornamelijk met de V-vouw, Z-vouw en W-gevouwen handdoeken.

Het voordeel van deze drie vouwtechnieken is dat het vel-voor-vel doseert. Hierdoor vookom je onnodig verbruik. Daarnaast is het de meeste hygiënische oplossing. De nonstop handdoeken kenmerken zich door de smallere maatvoering en slankere dispensers.

Bij de C-vouw handdoeken kunnen er meerdere handdoekjes tegelijk uit de dispenser worden gepakt. Dit kan verschillende problemen geven. Het papier blijft achter in de dispenser, waardoor het veel moeite kost om het papier uit de dispenser te trekken. Daarnaast kom je hierdoor onnodig veel in contact met de dispenser, wat ten koste gaat van de hygiëne. Ook pakt men bij dit type dispenser sneller te veel vouwhanddoeken. Dit zorgt voor onnodig hoge kosten. Tot slot raakt de dispenser sneller leeg dan bij een vel-voor-vel uitgifte.

Handdoekrollen: Bij handdoekrollen wordt het hygiënepapier via de buitenkant afgescheurd. Ze zijn verkrijgbaar voor elektronische- en manuele dispensers. Het voordeel van een dispenser met sensor is dat je alleen in contact komt met het hygiënepapier. Dit bevordert de hoge hygiëne die gewenst is binnen de zorg.

Handdoekrollen worden vaak gebruikt in drukbezochte ruimtes. Er zitten relatief veel handdoeken op een rol: Soms is een rol wel driehonderd meter lang.

Reinigen en/of drogen: Poetsrollen

Poetspapier is hygiënischer dan vaatdoekjes en wordt vaak gebruikt in ruimtes waar voedsel bereid wordt. De reden hiervoor is dat poetsrollen gebruikt kunnen worden voor het drogen van handen én het schoonmaken van oppervlakken. Poetsrollen gemaakt van cellulosepapier nemen makkelijker vloeistoffen zoals vet en oliën op. Daarnaast zijn ze sterk, flexibel en makkelijk te gebruiken voor schoonmaakwerkzaamheden. Let bij poetspapier op de volgende eigenschappen:

Lengte: De poetsrollen zijn er twee maten: midi of mini. Een midi-rol bevat zo’n driehonderd meter aan hygiënepapier. Omdat deze rollen groot zijn, heb je relatief grote dispensers nodig. De midi-rol is dan ook interessant voor ruimtes waar veel papier wordt gebruikt. Het voordeel is dat de rollen langer meegaan en minder vaak vervangen hoeven te worden. Wel heb je hierdoor minder invloed op wanneer je de rol verwisselt. Bij vouwhanddoeken is dit niet het geval, omdat je ze altijd aan kunt vullen. Een mini-rol is een stuk korter. Er zit meestal 120 meter aan papier op. Voor deze rol heb je een kleinere dispenser nodig. Een mini-rol is een goede optie in twee situaties: een weinig bezochte ruimte, of een kleine ruimte. Denk bijvoorbeeld aan kleine keukens die je veel ziet bij kleinschalig wonen, of een weinig gebruikte sanitaire ruimte.

Kleur: Poetspapier heeft in sommige gevallen een groene of blauwe kleur. Dit is voor de herkenbaarheid, voor wanneer het papier bijvoorbeeld per ongeluk in eten terechtkomt. Je ziet deze kleur rollen dan ook vaak in de voedselverwerkende industrie en horeca.
Kwaliteit: De kwaliteit van het hygiënepapier wordt bepaald door het percentage gerecycled papier. Hoe meer gerecycled papier een rol bevat, hoe slechter de kwaliteit. Het papier zal sneller scheuren en absorbeert minder goed.

Toiletpapier

Toiletpapier is er in verschillende soorten kwaliteit. De kwaliteit van het toiletpapier wordt bepaald door het aantal lagen en het soort papier – cellulose of gerecycled papier. Als een toilet gevoelig is voor verstoppingen, is het aan te raden naar de papierkeuze te kijken. Toiletpapier dat uit meerdere lagen bestaat, lost beter op in water dan éénlaags-papier. Daarnaast bestaat er ook sneloplosbaar toiletpapier. Dit lost sneller en beter op in water dan normaal papier.

Daarnaast zijn er verschillende uitvoeringen voor het toiletpapier: de traditionele rol of de systeemrol:

Traditionele rol: De traditionele rol wordt vaak gebruikt in sanitaire ruimtes van cliënten. Bij deze rol is het papier makkelijker en met minder kracht van de rol te trekken.
Systeemrol: Voor de systeemrollen zijn er speciale dispensers nodig. Dispensers zorgen voor een gereguleerde uitgifte van het papier en geven een nette uitstraling.

Vraag 2: Cellulose of gerecycled papier?

Hygiënepapier wordt gemaakt van cellulose of gerecycled papier. Het verschil tussen cellulose en gerecycled papier is snel te zien. De verschillen zitten vooral in de structuur, kleur, uitstraling en kwaliteit. Cellulose is een houtpulp van nieuwe, ongebruikte grondstoffen. Het papier dat gemaakt wordt van cellulose is wit, zacht en sterk. Cellulose neemt makkelijk vloeistoffen op dankzij het gebruik van lange en korte vezels in de pulp.

Gerecycled papier is een mix van nieuwe vezels gemengd met oud papier. Het papier is hierdoor minder wit, minder sterk en minder zacht. Daarnaast neemt gerecycled papier minder water op en scheurt het sneller. Soms is gerecycled papier door de toevoeging van een bleekmiddel witter en lijkt het op cellulose-papier. Het verschilt per soort hoeveel gerecyclede vezels erin verwerkt zijn.

Of je kiest voor gerecycled papier of niet, is afhankelijk van kwaliteit, milieu en kosten. De meeste Abena-producten zijn gecertificeerd met een milieukeurmerk zoals het EU-milieukeurmerk of het Nordic Swan Ecolabel.